Jonge criminelen kunnen vaak ongestoord hun gang gaan bij ons in de buurt, omdat wijkagenten het te druk hebben. Dat is een landelijk probleem, maar het is hier groter dan gemiddeld. Dat zeggen verschillende bronnen tegen Omroep West. De situatie is zorgelijk, omdat de jongeren hierdoor makkelijk in veel zwaardere criminaliteit kunnen belanden.
Volgens de Haagse burgemeester Jan van Zanen, die in overleggen ook de andere burgemeesters in deze regio landelijk vertegenwoordigt als het gaat om openbare orde, is het probleem bekend maar vallen de gevolgen wel mee. Ook de politieleiding zit op die lijn.
Mariska* uit één van de Westlandse dorpen heeft een heel andere ervaring. Haar kind van 15 werd mishandeld en bedreigd door een groep leeftijdsgenoten. ‘Eentje heeft zelfs aan vriendjes van mijn zoon twee messen laten zien. En ze hebben ook mijn man bedreigd, dat ze hem wel even zouden neersteken’, vertelt ze nog steeds hoorbaar geëmotioneerd aan Omroep West.
Problemen spelen hier meer dan gemiddeld
‘We hebben melding gemaakt en om terugkoppeling van de wijkagent gevraagd. We hebben anderhalve week gewacht, maar niemand laat iets horen. Je weet ook gewoon niet of er iets met je melding wordt gedaan en bent je veilige gevoel kwijt. Je verwacht dat ze je geruststellen of op zijn minst op de hoogte houden, maar ik voel mij nu niet gezien. En de wijkagent is nergens te bekennen.’
De problemen van Mariska zijn inmiddels zelf samen met de ouders van de tieners gelukkig opgelost, maar zij is bepaald niet de enige die de wijkagent mist. Merken ook de politievakbonden. ‘Wij krijgen van wijkagenten uit het hele land, maar zeker ook van de eenheid Den Haag regelmatig berichten dat ze niet aan hun werk toekomen. Soms kunnen ze maar 20 procent van hun tijd aan het werk als wijkagent besteden’, zegt Jan Struijs van de grootste bond NPB.
‘Politie raakt voeling met maatschappij kwijt’
Het probleem speelt bij ons meer dan in andere gebieden, omdat er hier veel demonstraties zijn, veel overheidsgebouwen en veel ambassades. ‘Dat zie ook weer nu met de spanningen rondom Israël. Je bent constant met dat soort dingen bezig. De gevolgen van de onrust in de wereld slaan met name toe in Den Haag.
‘Wijkagenten worden steeds vaker ingezet bij de noodhulp, om 112-meldingen af te handelen, maar ook bij de mobiele eenheid, bij demonstraties en bij bewaking. Daardoor verdwijnt de wijkagent uit de wijk. In Den Haag is er echt sprake van een piekbelasting. En dat is zorgelijk’, zegt Ramon Meijerink van collega-bond ACP. En bij een andere politiebond, de ANPV, herkennen ze het beeld maar al te goed.
Oplossing lijkt er niet snel te zijn
‘Naarmate de capaciteitsproblemen groter worden, is de roep om bijstand van de wijkagenten ook toegenomen’, zegt hun voorzitter Xander Simonis. ‘En een oplossing lijkt ver weg’, sombert hij.
Politiewetenschapper Jaap Timmer (Vrije Universiteit Amsterdam) herkent de problemen ook en zegt dat de politie door het tijdgebrek van wijkagenten de voeling met de maatschappij kwijtraakt.
Worden we een tweede Frankrijk?
‘Dat is ontzettend belangrijk. Je moet weten wat er in de wijken speelt. Contact met jongeren en hun ouders is een wezenlijk deel van het werk van de wijkagent. Dat is echt zorgelijk. Kijk naar landen om ons heen waar de wijkagent niet bestaat of is afgeschaft, zoals in Frankrijk. Daar is de problematiek met jongeren in wijken vol kwetsbare en laagopgeleide, uiteengevallen gezinnen inmiddels bijna onbeheersbaar.’
Volgens vakbondsman Meijerink (ACP) is het verdwijnen van de wijkagent uit de wijk echt problematisch, zeker waar het gaat om jongeren. ‘Ik weet zeker dat kleine boefjes nu sneller een groot boefje worden. De wijkagent moet dat normaal gesproken signaleren, en koppelen aan andere instanties. De wijkagent heeft de regie in de wijk en die valt nu weg.’
‘Er wordt niet meer gesurveilleerd’
Hij wijst op de drugsuithalers in de Rotterdamse haven en de explosies die de laatste tijd op meerdere plekken in de randstad het nieuws beheersen. ‘Als je zoals de wijkagent veel meer in de wijk zit, veel meer surveilleert, wat vroeger heel normaal was… Dan heb je die gasten op de korrel. Maar dat is er allemaal uitgehaald.’
We bellen met directeur Marion Jorissen van de stichting Jess. Zij regelen de jeugdhulp in Den Haag. ‘Ik heb het nagevraagd bij onze medewerkers. Wij gaan over preventie, werken door de hele stad en hebben veel contact met wijkagenten. Onze mensen herkennen het idee dat zij minder zichtbaar zouden zijn niet’, zegt ze.
Jeugdhulp heeft ander beeld
‘Wijkagenten zijn voor ons een belangrijke partner. We zijn gericht op kwetsbare jongeren die bijvoorbeeld op straat hangen, dakloos zijn, verslaafd of crimineel gedrag vertonen. Ze plegen kleine delicten om aan geld en eten te komen. Wij begeleiden dat soort jongeren en daarom hebben we intensief contact met de wijkagent. We hebben geen signalen dat die te weinig tijd hebben om aan deze jongeren te besteden’, zegt Jorissen.
‘Dat contact is er wel, maar hebben wijkagenten ook genoeg tijd om het goed in te vullen’, vraagt Jan Struijs van de NPB zich af. ‘De intenties zijn goed en er is dan wel het een en ander in beweging, maar objectief gezien is het nog steeds zorgelijk.’ Hij geeft een voorbeeld.
Tiener met een kilo coke
‘De wijkagent weet welke groepen jongeren er zijn in de wijk. Wie zijn de meelopers, wie zijn de leiders, wat doen ze. Die voeren gesprekken met ouders als het mis dreigt te gaan. Maar dat blijft nu allemaal liggen. Neem een jongen die op zijn veertiende wordt betrapt op winkeldiefstal. Die zie jan op zijn zeventiende aangehouden worden met een kilo coke. Die is dus doorgegroeid, maar dat zie je niet’, verzucht hij.
Hij ziet ook dat er steeds vaker jongeren worden geronseld. ‘Die zijn vatbaar om toch even een zak drugs weg te brengen of een tas met explosieven aan een deur te hangen, want er is toch geen wijkagent.’ Die speelt ook in de communicatie een belangrijke rol, benadrukt hij.
Zicht op jeugd kwijt
‘Mensen lopen toch niet makkelijk met een verhaal naar de politie. Als je buurjongen dealt of een bivakmuts heeft gekocht, ga je daar niet snel een digitale melding van maken. Dat vertel je aan je wijkagent, want die is laagdrempelig. En daarmee van cruciaal belang om toezicht te houden op de jeugd. We raken nu steeds meer het zicht kwijt.’
In contact komen met wijkagenten is niet alleen voor burgers moeilijk, maar ook voor journalisten. Als wij de woordvoerder van de politie eenheid Den Haag vragen of we een aantal wijkagenten kunnen spreken over hun ervaringen, is het antwoord negatief. Want, hoe ironisch, die zijn daarvoor volgens haar ‘te druk’.
Wijkagent durft niet te praten met de pers
Ook informeel willen de meesten niets zeggen. De kans is groot dat ze gedoe krijgen als ze zonder toestemming met de pers praten, zeggen de bonden. ‘Alles moet via de afdeling persvoorlichting.’ Ook wijkagent Wim* die al jaren deze functie op verschillend plekken binnen de eenheid Den Haag vervult, mag eigenlijk niks zeggen.
Maar dat doet hij toch, want het zit hem dwars hoe het nu allemaal gaat. Of eigenlijk: niet gaat. Wim: ‘Ik vind het belangrijk dat mensen weten dat wij dus minder of helemaal niet meer in hun wijk komen, omdat we te druk zijn met ander werk. Met de jeugd gaat het op deze manier ook fout en mensen melden dingen ook maar niet meer, omdat er niemand komt en er niks met de meldingen wordt gedaan.’
‘Probleem speelt al veel langer’
Volgens de woordvoerder van de politie eenheid Den Haag zijn bijna alle 400 Fte’s aan wijkagenten ingevuld met personeel. Maar dat zegt natuurlijk niks over de vraag of ze ook hun eigen werk kunnen doen. Op die vraag heeft ze geen antwoord. ‘Onze organisatie piept en kraakt. Aan de ene kant door capaciteitstekort en aan de andere kant was het politiewerk de afgelopen maand enorm door de blokkades op de A12 van klimaatactivisten.’
‘Nu deze disruptieve acties voorlopig achter ons liggen, gaan we weer terug naar onze reguliere taken. Dat geldt ook voor de wijkagenten’, voegt de politiewoordvoerster eraan toe. Maar volgens alle bonden die wij spreken, en ook politiewetenschapper Jaap Timmer, speelt het probleem al veel langer. ‘Al jaren zelfs, met name sinds de vorming van de nationale politie. ‘Daardoor is er sneller meer personeel in te zetten bij de Mobiele Eenheid en Bewaken en Beveiligen, maar dat gaat dan ten koste van onder anderen de inzet van de wijkagent. En als de mensen van de noodhulp voor de mobiele eenheid in actie moeten komen, moet de wijkagent hun werk weer overnemen.
‘Wijkagent die bijspringt doet dat vooral in eigen wijk’
En de probleemjongeren die zouden ontsporen zonder toezicht van de wijkagent, hoe kijken ze daar bij de Haagse politie naar? ‘Wij kunnen niet zeggen in welke mate dit alles (werkdruk door blokkades) invloed heeft gehad op de jeugd en/of contacten met ouders. Onze inzet bij noodhulpmeldingen is doorgegaan. Dit betekent dat (overlast)meldingen van bijv. jeugdigen opgepakt zijn. Ook agenten in de noodhulp, dat zijn regelmatig wijkagenten, hebben in hun werk tijdens de politiesurveillance contact met o.a. jeugdigen’, mailt de woordvoerder.
Volgens de politie worden wijkagenten die in de noodhulp (112-meldingen) moeten bijspringen, zoveel mogelijk ingezet in hun eigen wijk. ‘Hierbij komt de kennis van de wijkagent over de wijk & haar bewoners het politiewerk in de noodhulp ten goede.’
‘Meldkamer heeft geen idee’
Ramon Meijerink van de ACP ziet dat anders: ‘Degene die de diensten indeelt probeert dat wel te regelen en dat het van pas komt is zeker waar. Maar als je zelf al niet veel in de wijk bent, welke kennis kun je dan opbouwen? Als jij een hele dag allerlei meldingen moet rijden, heeft de meldkamer in de praktijk geen idee welke wijkagent op welke auto zit. Die wordt gewoon ingezet waar op dat moment noodhulp nodig is. En ondertussen werken de politiemensen zich een enorme slag in de rondte., maar lopen ze ook tegen grenzen aan.’
Hoe kijkt burgemeester Jan van Zanen van Den Haag, die in landelijke overleggen de eenheid Den Haag vertegenwoordigt, tegen deze situatie aan? We zoeken contact met zijn woordvoerder. Die wil aanvankelijk niet veel kwijt en verwijst naar allerlei rapporten en beleidsnotities, in plaats van concreet antwoord te geven op onze vragen.
Gemeente geeft maar weinig antwoorden
‘Het landelijke capaciteitsprobleem van de politie is bekend. Hierover wordt door de burgemeesters regelmatig in het LOVP (Landelijk Overleg Veiligheid en Politie van de Regioburgemeesters) met de minister besproken. Ook in het Regionaal Bestuurlijk Overleg wordt hier regelmatig aandacht aan besteed’, zegt hij.
Op de vraag of de gemeente het beeld over de wijkagenten herkent, komt geen antwoord. Ook op de vraag of Van Zanen zich zorgen maakt, stuurt de woordvoerder geen reactie.
Net zomin als op de vraag of de gemeente ook ziet dat jongeren afglijden en steeds crimineler worden als er geen wijkagent rondloopt. Gemeenten zijn namelijk niet alleen verantwoordelijk voor de openbare veiligheid, maar ook voor de jeugdzorg.
Zwakste schakel
Hoe kijkt Den Haag daar dan tegenaan? ‘Vanuit de politie is aangegeven dat de FTE-en binnen de Eenheid Den Haag, voor wat betreft de Wijkagenten, goed gevuld zijn. Zij hebben alle vele prioriteiten en zullen hun aandacht moeten verdelen’, is het summiere antwoord. ‘Het valt of staat niet met de wijkagent alleen’, voegt de gemeente nog toe.
Daar heeft Meijerink van de ACP nog wel wat op af te dingen. ‘In formele zin klopt dat, maar wijkagenten zijn wel een hele belangrijke schakel. Een ketting is net zo sterk als de zwakste schakel. Als die wijkagent wegvalt, dan breekt de ketting.’
* Gefingeerde naam. De geïnterviewde wil niet met zijn of haar naam in dit artikel vermeld worden. De identiteit van deze persoon is bekend bij de redactie van Omroep West.
Bron: Omroep West