anpv logo
Nu hulp nodig?
Bel het noodnummer:

06-53336074
(24/7 bereikbaar)

Geschiedenis ANPV

De geschiedenis van de Algemene Nederlandse Politievereniging, die in 1979 begon, gaat terug tot het jaar 1900.

Op 17 november van dat jaar werd de Rijkspolitievereniging (RPV) opgericht door het toenmalige Korps Rijkspolitie.
Het Korps Rijkspolitie werd officieel in 1851 ingesteld bij Koninklijk Besluit.

Voor die tijd, sinds 1814, bestond er echter al een soort rijkspolitie, namelijk de Koninklijke Marechaussee. Ook bestond erin die tijd al ‘in gebrekkige mate’ een gemeentepolitie voor de steden en een gemeenteveldwacht voor de dorpen en het platteland.

Tot de tweede wereldoorlog bestonden er vijf politie-vakorganisaties, te weten: de rijkspolitievereniging, de vereniging van leden van het wapen der
koninklijke marechaussee beneden de rang van officier, de algemene bond van politieambtenaren, de bond van christelijke politieambtenaren en de r.k. politiebond
,,St. Michaël”.
De laatste drie genoemde organisaties bestonden uit ambtenaren van de gemeentepolitie.
De rijkspolitieambtenaren waren in die tijd hoofdzakelijk georganiseerd in de ,,Rijkspolitievereniging”.

Tijdens de bezetting
Tijdens de tweede wereldoorlog werden alle politieorganisaties door de Duitse bezetter ontbonden.
Iedere politieman werd verplicht lid te worden van de door de bezetter ingestelde ,,Kameraadschapsbond”.

De in 1900 opgerichte Rijkspolitievereniging werd op 12 maart 1941 opgeheven, door maatregelen van de Duitse bezetter. Eerder die maand, op 1 maart, werd al het korps ‘Rijks veldwacht’ opgeheven.

Na de oorlog werd deze bond direct ontbonden en werd er een z.g. ,,eenheidspolitievakorganisatie” opgericht onder de naam ,,Algemene Nederlandse Politie bond”,
waarin zowel rijks- als gemeentepolitieambtenaren georganiseerd waren.

Kentering
Zoals in Nederland toen vaak het geval was, gingen organisaties op in zuilen van godsdienst of politiek. Onderlinge geschillen in het hoofdbestuur, meestal voortkomende uit sterk uiteenlopende geloofs- en/of politieke opvattingen, veroorzaakten een breuk, waaruit tenslotte een drietal politiebonden te voorschijn kwamen.
De bonden stichtten – om de schijn van de eenheid te bewaren – de centrale van politieorganisaties, kortweg de C.P.O. genoemd.
Deze C.P.O.-bonden sloten zich na verloop van tijd aan bij het F.N.V. of het C.N.V.
Vele politieambtenaren voelden zich echter niet ,,thuis” in een vereniging of bond aangesloten bij één der grote religieuze- of politieke zuilen.

De scheiding
Zo kwam het dan ook in 1948 tot de wederoprichting van de Rijkspolitievereniging, een categoriale politievakvereniging voor rijkspolitiepersoneel.
Na verloop van enige jaren begon de Rijkspolitievereniging, die zich inmiddels had aangesloten bij de Centrale van Rijkspersoneel (25.000 leden) en het Ambtenarencentrum (115.000 leden), te groeien tot ongeveer 1000 leden.
Gemeentepolitie-ambtenaren echter, die zich, om welke redenen dan ook, niet thuis voelden bij één der andere – niet categoriale – organisaties, wisten nog steeds niet waarheen en in feite had er voor hen een zesde politievakorganisatie opgericht moeten worden.
Juist daarom werd het bestuur van de Rijkspolitievereniging steeds vaker benaderd door gemeentepolitie-ambtenaren, die de wens te kennen gaven, lid te willen worden van de Rijkspolitievereniging.

Statutenwijziging en naamsverandering
In 1978 besloot daarom de algemene vergadering van de Rijkspolitievereniging tot een ingrijpende, algehele statutenwijziging, hetgeen onder meer tot gevolg had dat nu ook gemeentepolitie-ambtenaren als lid konden toetreden.
Als nieuwe naam werd gekozen: Algemene Nederlandse Politie Vereniging.
Gesteld kan worden, dat deze wijziging reeds in het allereerste begin een succes was.

Het doel van de A.N.P.V. is – ONDER EERBIEDIGING VAN IEDERS GODSDIENSTIGE- OF POLITIEKE OVERTUIGING – de belangen van de ambtenaren, werkzaam bij de Nederlandse politie, te bevorderen.
Dit standpunt is in de beginselverklaring van onze statuten vastgelegd.
Aangezien belangenbehartiging noodzakelijk is en gedachtig het gezegde: ,,Eendracht maakt macht”, is de A.N.P.V. van mening dat de belangen van ALLE ambtenaren, werkzaam bij de Nederlandse politie, in de A.N.P.V. gemeenschappelijk behartigd kunnen en moeten worden.
Ook al bezaten de drie andere – niet categoriale – politie-vakorganisaties hun overkoepelend orgaan (de C.P.O.), toch heeft elke hierbij aangesloten Organisatie zijn eigen  godsdienstige- of politieke overtuiging en bleef daardoor binnen de C.P.O. altijd een bepaalde scheiding bestaan.
Bovendien waren de andere politie-vakorganisaties, met uitzondering van de Vereniging van Hogere Politie Ambtenaren (V.H.P.A.), aangesloten bij de vakbondcentrales F.N.V. of C.N.V. en maakten daarvan slechts een klein gedeelte uit.
De A.N.P.V. daarentegen, kan als onderdeel van het invloedrijke Ambtenarencentrum verzekerd zijn van de steun en de solidariteit van alle andere aangesloten – categoriale – ambtenarenorganisaties.

Ambtenarencentrum
Door de aansluiting bij het Ambtenarencentrum is de A.N.P.V. volledig ingeschakeld in alle geledingen van het georganiseerd overleg, dus ook in het georganiseerd politie-overleg met de betrokken ministers.
De vertegenwoordigers in dit overleg zijn ervaren vakorganisatie-mensen. Zij kunnen u met kennis van zaken en op waardige wijze vertegenwoordigen.
Via het Ambtenarencentrum heeft de A.N.P.V. voorts rechtstreeks invloed op onder meer de rechtspositionele regelingen en de pensioenwetgeving.

Verschil werknemer uit het bedrijfsleven met de (politie-)ambtenaar.
De ambtenaar is geen werknemer in de gebruikelijke zin van het woord. Hij is een verlengstuk van de overheid en onderscheidt zich daardoor van de werknemer in het vrije bedrijf.
In de grote – niet categoriale – vakbondscentrales, maakt de ambtenaar met zijn bijzondere status, slechts een minderheid uit.
De werknemers in het vrije bedrijf, onder één noemer met de leden van de niet categoriale – politievakorganisaties, hebben dan ook geen enkele solidariteitsbinding met de ambtenaren.

WNRA

Met de komst van de wet normalisering rechtspositie ambtenaren die 1-1-2020 in ging, wijzigde de status van veel ambtenaren maar niet die van politie, leger en rechterlijke macht. Dit bracht een wijziging in de verhoudingen van de (ambtenaren)vakcentrales.

Toekomst

Doordat de verzuiling is verdwenen en andere bonden zich losmaakten van hun overkoepelende centrales ontstond er meer ruimte voor samenwerking.  Zo werd er op 27 maart 2019 de stichting Samenwerkende Nederlandse Vakorganisaties (SSNP) opgericht en werd er steeds nauwer samengewerkt bij de cao-onderhandelingen. In 2021 gingen NPB en ACP samen in één gebouw werken, het Huis voor Veiligheid in Baarn.

In 2022 wordt er onderzocht hoe de vier nationale politiebonden (naast ANPV, ACP, NPB en Equipe) nog nauwer kunnen samenwerken.