Akkoord capaciteit & vroegpensioen (RVU) ondertekend

Op dinsdagmiddag 26 mei hebben minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid, korpschef Van Essen van de Nationale Politie en de voorzitters van de vier politiebonden officieel hun handtekening gezet onder een package deal op het gebied van capaciteit, opleiding en vroegpensioen. Zes maanden na de start van de onderhandelingen is het bereikte afsprakenpakket daarmee definitief veranderd in een akkoord.

Het akkoord is de praktische uitwerking van een aantal principe-afspraken in de politie-cao 2018/2020 en bestaat uit drie componenten.

  • Intensivering basispolitieopleiding

Om de sterkte binnen met name de GGP en de Opsporing op peil te houden/krijgen zal het  huidige leerprogramma van de basispolitieopleiding in een meer geconcentreerde vorm worden aangeboden. Gevolg: studenten zijn na twee jaar al volledig inzetbaar binnen het korps. Dit gaat gepaard met een betere beloning van de studenten in het tweede jaar.

  • Drie andere capaciteitsimpulsen

Collega’s die in de periode 2021-2025 blijven doorwerken tot hun AOW-gerechtigde leeftijd, ontvangen bij hun ontslag een gratificatie van € 6.000 (bruto, bij een dienstverband van 36 uur of meer). Vrijwilligers kunnen in die periode een tijdelijke aanstelling als bezoldigd politiemedewerker krijgen, waardoor ze meer uren per jaar inzetbaar zijn. De regelgeving wordt aangepast om het mogelijk te maken dat medewerkers desgewenst ook na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd nog enige tijd bij de politie kunnen blijven werken.

  • Overgangsregeling vroegpensioen (RVU)

Duizenden collega’s die in de periode 2021-2025 minstens 65 jaar zijn of 65 jaar oud worden krijgen van de werkgever een maandelijkse inkomensbijdrage die het voor hen financieel gemakkelijker maakt om twee tot maximaal drie jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd te stoppen met werken. Het maximale RVU-bedrag dat iemand kan ontvangen is twee keer het jaarbedrag dat in het landelijk pensioenakkoord van juni 2019 fiscaal is vrijgesteld (€ 21.200).

Tussen 30 april en 14 mei hielden de bonden ieder voor zich een digitale ledenpeiling. Daaraan deden in totaal 6.071 collega’s mee, onder wie 1.240 leden van de ANPV

De kernvraag in de ledenpeiling was: vindt u het onderhandelingsresultaat goed genoeg om te laten ondertekenen door uw bond? Over de hele linie antwoordde twee derde van de respondenten (65 procent) daar instemmend op. Een kwart van de respondenten (24 procent) vond het gemaakte afsprakenpakket onvoldoende voor een akkoord. Elf procent had naar eigen zeggen geen duidelijk oordeel over de package deal.

Rapportcijfer

Gevraagd naar een rapportcijfer noemde 60 procent van alle respondenten het akkoord ‘ruim voldoende (7) tot uitstekend (10). De ANPV-leden gaven gemiddeld een rapportcijfer van 6,5.

Tegenstemmers bleken vooral moeite te hebben met de tijdelijke Regeling Vervroegde Uittreding (RVU): NPB 69 procent; ACP 73 procent; ANPV 50 procent. De helft van hen was ontevreden over het tijdelijke karakter van de regeling. Dit tijdelijke karakter was overigens al vastgesteld in het pensioenakkoord 2019.  Een derde vond het vereiste aantal politiedienstjaren en/of het vereiste aantal ‘zware jaren’ te beperkend, omdat de ATH-medewerkers alleen aanspraak kunnen maken op de bruto doorwerkbonus (6000 euro), maar niet op de regeling vervroegde uittreding.

Wat vonden de tegenstemmers van de andere onderdelen van het akkoord?

  • Een derde had (ook) moeite met de doorwerkbonus van €.6.000, vooral omdat ze het bedrag te laag vonden. Een kwart van hen kwam zelf in aanmerking voor de bonus.
  • Een kwart had (ook) moeite met de intensivering van de basispolitieopleiding, vooral omdat deze ingreep volgens deze collega’s onvermijdelijk ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.
  • Een kwart had (ook) moeite met het langer kunnen doorwerken na de AOW-leeftijd, vooral omdat volgens hen het scheppen van deze mogelijkheid maar weinig zal bijdragen aan het oplossen van de capaciteitsproblemen bij de politie.
  • Twintig procent had (ook) moeite met de tijdelijke aanstelling voor vrijwilligers, vooral omdat deze maatregel volgens deze groep tegenstemmers ten koste gaat van de kwaliteit van het politiewerk.